Je kunt zelf ook de huismus helpen ook al heb je een klein balkon of tuin.
Met een paar kleine aanpassingen zoals het aanbieden van voer, water, nestkasten en bescherming zullen de mussen zich al snel thuis voelen.
Alles dat u voor ze doet graag in meervoud, want de huismussen leven samen in een kolonie:
En dit alles vlakbij dichte beschutting, zoals dichte struiken, of prikstruiken zoals de Vuurdoorn, en over een zo klein mogelijk gebied verspreid, niet groter dan 10 meter.
Omdat huismussen koloniebroeders zijn komen ze ook vaak tegelijk (in groepjes). Bovendien moet alles bij de huismus vaak zo snel mogelijk gebeuren, vanwege hun veiligheid. Het zijn kleine prooidiertjes die onderaan in de voedselketen staan, waardoor ze veel natuurlijke vijanden hebben. Dus het liefst komen ze allemaal tegelijk eten, drinken, badderen, stofbadderen. Zo kunnen ze voor elkaar opletten, en zijn ze ook zo snel mogelijk weer weg.
Ook helpt u huismussen, door uw tuin of balkon vrij te houden van katten. Het is ook belangrijk om (grote) ramen te beplakken met vogelstickers. Vogels zien tijdens het vliegen niet dat ze een ruit naderen, ze begrijpen het concept glas niet. Stickers kunnen voorkomen dat vogels zich tegen uw raam te pletter vliegen. Als u dat niet mooi vind bestaat er tegenwoordig zelfs raamverf, bijvoorbeeld in speciale stift, dat onzichtbaar is voor het menselijk oog, maar dat vogels prima zien en dit voorkomt ongelukken.
Ook met het ontharden van je tuin vergroot je de biodiversiteit. Hoe meer tegels eruit, en groen erin, hoe beter het is.
Door de biodiversiteit te vergroten en in balans te houden, draag je ook meteen bij aan het verbeteren van het klimaat.
Bron: deze informatie komt van de stichting de mussentoevlucht.